ECLI:NL:CRVB:2003:AO5293
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- H. Bolt
- J.Th. Wolleswinkel
- Rechtspraak.nl
Weigering uitkering per einde wachttijd en onderschatting van medische beperkingen door bezwaarverzekeringsarts
In deze zaak gaat het om de weigering van een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) aan appellant, die zich op 3 november 1997 ziek meldde als servicemonteur vanwege rugklachten. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen, die het bezwaar van appellant ongegrond verklaarde. De Raad oordeelt dat de bezwaarverzekeringsarts, J.M. van der Lugt, de medische beperkingen van appellant onvoldoende heeft ingeschat. De Raad stelt vast dat de bezwaararbeidsdeskundige, G. van Dam, de jaarlijkse bonus en eenmalige uitkeringen niet heeft meegenomen in de berekening van het maatmaninkomen, wat volgens de Raad onterecht is. De Raad vernietigt het bestreden besluit en de eerdere uitspraak van de rechtbank, en oordeelt dat de eenmalige uitkering een structureel element van het maatmaninkomen vormt. De Raad veroordeelt gedaagde, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 966,-. Tevens dient gedaagde het betaalde griffierecht van € 104,37 te vergoeden.