ECLI:NL:CRVB:2003:AO1387
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Ch. de Vrey
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Herhaalde aanvraag om bijzondere bijstand en de bevoegdheid van het bestuur
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond, waarin een eerdere afwijzing van haar aanvragen om bijzondere bijstand door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasbree werd bevestigd. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.N. van Geenen, heeft in hoger beroep aangevoerd dat de afwijzing van haar verzoek om herziening van het besluit van 4 oktober 2000 onterecht was. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 29 juli 2003, waarbij de gedingen zijn gevoegd met andere zaken, maar later weer gesplitst zijn voor afzonderlijke uitspraak.
De Raad heeft vastgesteld dat het besluit van 4 oktober 2000 in rechte onaantastbaar is geworden en dat appellante in haar verzoek om herziening geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die een terugkomen van het bestuursorgaan rechtvaardigen. De Raad heeft daarbij verwezen naar artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat vereist dat bij een herhaalde aanvraag nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden worden vermeld. Aangezien appellante slechts een nieuw argument heeft aangevoerd dat niet als nieuw feit kan worden gekwalificeerd, heeft de Raad geoordeeld dat het bestuursorgaan bevoegd was om het verzoek af te wijzen.
De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en de Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 21 oktober 2003.