ECLI:NL:CRVB:2003:AN8970

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
18 november 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/5000 NABW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake bijzondere bijstand voor dubbele woonlasten

In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de president van de rechtbank Zwolle van 16 augustus 2001, waarin haar beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle niet-ontvankelijk werd verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 21 oktober 2003, waarbij appellante in persoon aanwezig was en gedaagde vertegenwoordigd werd door W. de Jong.

De Raad constateert dat gedaagde bij het besluit van 11 juni 2001 volledig tegemoet is gekomen aan de aanvraag van appellante voor bijzondere bijstand ter voorziening in dubbele woonlasten tot 1 juli 2001. Appellante heeft ter zitting verklaard dat zij van mening is dat de kosten voor haar dubbele woonlasten door de aannemer, die het herstel van het dak niet tijdig en adequaat heeft uitgevoerd, zouden moeten worden gedragen en niet door de bijzondere bijstand. Tevens uitte zij haar onvrede over de communicatie van gedaagde.

De Raad oordeelt echter dat er geen procesbelang is, aangezien gedaagde al aan de aanvraag van appellante heeft voldaan. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat appellante geen procesbelang heeft bij haar beroep, hoewel zij ten onrechte het oordeel heeft gerelateerd aan het latere besluit van gedaagde van 25 juli 2001 in plaats van aan het besluit van 11 juni 2001. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

01/5000 NABW
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
[appellante], wonende te [woonplaats], appellante,
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle, gedaagde.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
Appellante heeft op de bij het beroepschrift aangevoerde gronden hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de president van de rechtbank Zwolle van 16 augustus 2001, reg.nrs. 01/796 NABW en 01/797 NABW, waarnaar hierbij wordt verwezen.
Gedaagde heeft een verweerschrift ingediend.
Het geding is behandeld ter zitting van 21 oktober 2003, waar appellante in persoon is verschenen en waar gedaagde zich heeft laten vertegenwoordigen door W. de Jong, werkzaam bij de gemeente Zwolle.
II. MOTIVERING
Voor de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak, waarbij
- voorzover hier van belang - het door appellante tegen het besluit op bezwaar van gedaagde van 11 juni 2001 ingestelde beroep niet-ontvankelijk is verklaard wegens het ontbreken van procesbelang.
De Raad stelt vast dat gedaagde bij het besluit van 11 juni 2001 geheel tegemoet is gekomen aan de aanvraag van appellante om bijzondere bijstand ter voorziening in dubbele woonlasten tot 1 juli 2001.
Ter zitting van de Raad heeft appellante verklaard dat zij vindt dat haar dubbele woonlasten ten laste zouden moeten komen van de aannemer die het herstel van het dak niet tijdig en adequaat heeft verricht en niet van de bijzondere bijstand. Voorts heeft zij aangegeven niet tevreden te zijn over de wijze waarop gedaagde met haar heeft gecommuniceerd.
Hierin is echter naar het oordeel van de Raad evenmin een procesbelang gelegen.
De rechtbank heeft dan ook terecht geoordeeld dat appellante geen procesbelang heeft bij haar beroep, zij het dat de rechtbank haar oordeel ten onrechte heeft gerelateerd aan het - latere - besluit van gedaagde van 25 juli 2001 in plaats van aan het besluit van 11 juni 2001.
De aangevallen uitspraak dient derhalve, voorzover aangevochten, te worden bevestigd.
Voor een veroordeling in de proceskosten ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak voorzover aangevochten.
Aldus gegeven door mr. drs. Th.G.M. Simons als voorzitter en mr. R.H.M. Roelofs en mr. A.W.M. Bijloos als leden, in tegenwoordigheid van B.M. Biever-van Leeuwen als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 18 november 2003.
(get.) Th.G.M. Simons.
(get.) B.M. Biever-van Leeuwen.