ECLI:NL:CRVB:2003:AN8619
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- A. Beuker-Tilstra
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding na vernietigd ontslagbesluit
In deze zaak gaat het om een verzoek van appellant om schadevergoeding als gevolg van een vernietigd ontslagbesluit van de Korpsbeheerder van de politieregio Hollands Midden. Het ontslag, dat op 15 februari 1999 inging, werd op 6 september 1999 gehandhaafd, maar werd later door de Centrale Raad van Beroep vernietigd. De Raad heeft in eerdere uitspraken het onderzoek naar de schadevergoeding heropend, waarna partijen hun standpunten hebben toegelicht. Tijdens de zitting op 16 oktober 2003 was appellant niet aanwezig, maar gedaagde werd vertegenwoordigd door mr. drs. G.E. Treffers.
De Raad heeft de schadeposten van appellant beoordeeld, waaronder inkomensschade, kosten van rechtsbijstand, immateriële schade en scholingskosten. De Raad concludeert dat de schade die appellant heeft geleden niet in voldoende verband staat met het vernietigde ontslagbesluit. De inkomensschade die vóór het ontslag heeft plaatsgevonden, kan niet worden toegerekend aan het besluit. Ook de schadeposten die betrekking hebben op de periode na het ontslag zijn niet als gevolg van het vernietigde besluit aangemerkt. De Raad heeft vastgesteld dat gedaagde appellant voldoende tegemoet is gekomen door hem gedurende zes maanden na het ontslag zijn bezoldiging door te betalen.
De kosten van rechtsbijstand zijn voor een deel vergoed in eerdere uitspraken, maar de Raad oordeelt dat er geen grond is voor vergoeding van de overige kosten. Wat betreft de scholingskosten, die appellant heeft gemaakt in de hoop op een betere functie, oordeelt de Raad dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat ze niet hebben geleid tot een beperking van de inkomensschade. De Raad wijst het verzoek om schadevergoeding af en concludeert dat er geen termen zijn voor toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.