ECLI:NL:CRVB:2003:AL6343
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- K. Zeilemaker
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen inzake arbeidsvoorwaardenvorming en uitkeringen
In deze zaak gaat het om de bevoegdheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen om besluiten te nemen en te handhaven in het kader van het Besluit decentralisatie arbeidsvoorwaardenvorming voor universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen. Appellante, die herplaatsingswachtgeld ontving na haar ontslag op 1 september 1995, heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Dordrecht. De rechtbank had eerder haar beroep ongegrond verklaard tegen besluiten van de Minister die haar aanvragen voor uitkeringen afwees.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellante ten tijde van belang geen aanspraken meer had op de Minister, maar op het bestuur van haar voormalige werkgever. Dit leidde tot de conclusie dat de Minister niet bevoegd was om op de aanvragen van appellante te beslissen. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en bepaald dat de aanvragen opnieuw door het bevoegde orgaan moeten worden behandeld, met inachtneming van de geldende regelgeving.
Daarnaast is de Minister veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 1.288,- bedragen. De Raad heeft ook bepaald dat de Staat der Nederlanden het door appellante betaalde griffierecht van € 109,23 moet vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een correcte toewijzing van bevoegdheden en de juiste behandeling van aanvragen door de betrokken instanties.