ECLI:NL:CRVB:2003:AJ6880
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- J. Th. Wolleswinkel
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake herziening ouderdomspensioen en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft verzoekster haar hoger beroep ingetrokken na een minnelijke schikking met de gedaagde, de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. De zaak betreft de herziening van het ouderdomspensioen van verzoekster, dat door gedaagde met ingang van augustus 1995 was aangepast naar het pensioen voor een gehuwde, omdat gedaagde meende dat verzoekster sinds juli 1995 niet langer duurzaam gescheiden leefde van haar echtgenoot. Gedaagde had het onverschuldigd betaalde pensioen teruggevorderd, waarop verzoekster al een deel had terugbetaald. Tijdens de zitting op 4 juli 2003, waar verzoekster werd bijgestaan door haar advocaat, is er op initiatief van de Raad een minnelijke schikking tot stand gekomen. Partijen kwamen overeen dat verzoekster in juli 2003 nog een bedrag van € 181,51 zou betalen, waarna zij volledig gekweten zou zijn.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak op 15 augustus 2003, onder leiding van voorzitter mr. T.L. de Vries, besloten dat gedaagde in de proceskosten van verzoekster moest worden veroordeeld. De kosten van rechtsbijstand zijn begroot op € 644,= voor zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. Daarnaast zijn de reiskosten voor het bijwonen van de zittingen van de rechtbank en de Raad, elk ad € 10,=, ook voor vergoeding in aanmerking gekomen. De totale proceskostenvergoeding bedraagt € 654,= in eerste aanleg en € 654,= in hoger beroep, te betalen door de Sociale verzekeringsbank aan de griffier van de Raad. Tevens is bepaald dat de Sociale verzekeringsbank het griffierecht van € 104,37 aan verzoekster dient te vergoeden.