ECLI:NL:CRVB:2003:AI1169
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Salarisvaststelling bij functiewaardering met terugwerkende kracht
In deze zaak gaat het om de methode van salarisvaststelling bij een nieuwe functiewaardering met terugwerkende kracht. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordenveld heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Assen, die het beroep van gedaagde gegrond verklaarde en het bestreden besluit vernietigde. Gedaagde, werkzaam als beleidsmedewerker, was in 1996 voorlopig ingeschaald in functieschaal 8, maar na functiewaardering in 1999 werd haar functie vastgesteld op schaal 10. De rechtbank oordeelde dat het salaris voor de herberekening moest worden vastgesteld op het op 1 januari 1997 geldende salaris, wat leidde tot een aanpassing van het salaris met terugwerkende kracht tot die datum.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het uitgangspunt voor de herberekening het salaris moest zijn zoals dat in maart 1997 met terugwerkende kracht tot 1 januari 1997 was vastgesteld. De Raad oordeelde dat de door appellant gevolgde wijze van inpassing de volgorde van besluitvorming miskende en dat er geen aanknopingspunt was om terug te grijpen op salarisschalen die op de inschalingsdatum niet meer van toepassing waren. De Raad verwierp ook het bezwaar van appellant dat gedaagde onterecht profiteerde van een inpassingsvoordeel, en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.
De Raad veroordeelde appellant in de proceskosten van gedaagde in hoger beroep tot een bedrag van € 644,- en bepaalde dat er griffierecht van € 348,- moest worden geheven. De uitspraak bevestigt de noodzaak van zorgvuldige salarisvaststelling bij functiewaardering en de gevolgen van terugwerkende kracht in het bestuursrecht.