ECLI:NL:CRVB:2003:AI0622
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- T. Hoogenboom
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- Rechtspraak.nl
Ontslag op grond van ongeschiktheid wegens ziekte en herplaatsingsonderzoek
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin haar beroep tegen een ontslagbesluit werd afgewezen. Appellante, werkzaam bij de gemeente Utrecht, kreeg op 9 september 1999 eervol ontslag verleend wegens ongeschiktheid voor haar functie als gevolg van ziekte. Dit ontslag werd gebaseerd op artikel 87, derde lid, van het Algemeen Ambtenarenreglement van de gemeente Utrecht, dat stelt dat ontslag kan plaatsvinden indien de ambtenaar gedurende 24 maanden ongeschikt is voor zijn functie wegens ziekte en herstel niet binnen 6 maanden te verwachten is. De rechtbank oordeelde dat het bestuursorgaan terecht had besloten om een herplaatsingsonderzoek achterwege te laten, gezien de medische oordelen van de verzekeringsarts en de bedrijfsarts die appellante volledig arbeidsongeschikt achtten.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat aan de vereisten voor ontslag op grond van ongeschiktheid wegens ziekte was voldaan. Echter, de Raad was van mening dat het bestuursorgaan niet zonder meer kon afzien van een herplaatsingsonderzoek, zoals voorgeschreven in de regelgeving. De Raad oordeelde dat de omstandigheden van de zaak niet rechtvaardigden dat gedaagde geen herplaatsingsonderzoek had uitgevoerd, en dat het ontslagbesluit niet in stand kon blijven. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en het bestreden besluit, en veroordeelde gedaagde in de proceskosten van appellante.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldig herplaatsingsonderzoek bij ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, en dat de houding van de ambtenaar niet doorslaggevend is voor de noodzaak van een dergelijk onderzoek. De Raad oordeelde dat, hoewel er omstandigheden denkbaar zijn waarin een ontslag zonder herplaatsingsonderzoek rechtmatig kan zijn, dit in het onderhavige geval niet aan de orde was. De Raad heeft gedaagde opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak.