ECLI:NL:CRVB:2003:AH9909
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. 't Hooft
- Rechtspraak.nl
Veroordeling proceskosten voor verleende rechtsbijstand na intrekking hoger beroep door bestuursorgaan
In deze zaak heeft het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Breda van 22 november 2001. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. Y. Reichardt van SRK Rechtsbijstand, heeft op 12 april 2002 een verweerschrift ingediend. Op 17 maart 2003 heeft gedaagde het hoger beroep ingetrokken. Beide partijen hebben schriftelijk toestemming verleend voor afdoening buiten zitting.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak artikel 21a van de Beroepswet toegepast, dat bepaalt dat bij intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de kosten van het geding. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker kosten heeft gemaakt voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep, waaronder het indienen van een verweerschrift en nadere informatie. De Raad heeft de kosten voor vergoeding vastgesteld op € 483,--.
De beslissing van de Raad houdt in dat gedaagde, de gemeente Goirle, wordt veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot het genoemde bedrag, te betalen aan de griffier van de Raad. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.I. 't Hooft, in aanwezigheid van P.N. Rijnsewijn als griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 juli 2003. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.