ECLI:NL:CRVB:2003:AH9909

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
2 juli 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/6518 WVG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M.I. 't Hooft
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling proceskosten voor verleende rechtsbijstand na intrekking hoger beroep door bestuursorgaan

In deze zaak heeft het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Breda van 22 november 2001. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. Y. Reichardt van SRK Rechtsbijstand, heeft op 12 april 2002 een verweerschrift ingediend. Op 17 maart 2003 heeft gedaagde het hoger beroep ingetrokken. Beide partijen hebben schriftelijk toestemming verleend voor afdoening buiten zitting.

De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak artikel 21a van de Beroepswet toegepast, dat bepaalt dat bij intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de kosten van het geding. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker kosten heeft gemaakt voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep, waaronder het indienen van een verweerschrift en nadere informatie. De Raad heeft de kosten voor vergoeding vastgesteld op € 483,--.

De beslissing van de Raad houdt in dat gedaagde, de gemeente Goirle, wordt veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot het genoemde bedrag, te betalen aan de griffier van de Raad. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.I. 't Hooft, in aanwezigheid van P.N. Rijnsewijn als griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 juli 2003. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

E N K E L V O U D I G E K A M E R
01/6518 WVG
U I T S P R A A K
met toepassing van artikel 21a van de Beroepswet inzake de kosten van het geding tussen:
[verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoeker,
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle, gedaagde.
I. INLEIDING
Gedaagde heeft hoger beroep ingesteld tegen een door de rechtbank Breda van 22 november 2001 tussen partijen gewezen uitspraak. Namens verzoeker heeft mr. Y. Reichardt, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand te Zoetermeer, als gemachtigde van verzoeker op 12 april 2002 een verweerschrift ingediend.
Bij schrijven van 17 maart 2003 heeft gedaagde het hoger beroep ingetrokken.
Bij brief van 22 april 2003 heeft de gemachtigde van verzoeker verzocht gedaagde in de proceskosten te veroordelen.
Gedaagde heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Daarbij is -kort gezegd- voor wat betreft de proceskosten in hoger beroep gerefereerd aan het oordeel van de Raad.
Elk der partijen heeft, desgevraagd, schriftelijk toestemming verleend voor afdoening buiten zitting.
II. MOTIVERING
Artikel 21a van de Beroepswet bepaalt dat in geval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij bij afzonderlijke uitspraak met overeenkomstige toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht in de kosten kan worden veroordeeld.
De Raad stelt vast dat gedaagde het hoger beroep heeft ingetrokken en dat de gemachtigde van verzoeker blijkens het ingezonden formulier proceskosten vergoeding van kosten voor verleende rechtsbijstand vordert.
Mede in aanmerking nemende dat van de zijde van verzoeker kosten zijn gemaakt voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep, namelijk voor het indienen van een verweerschrift en voor het indienen van nadere informatie, acht de Raad termen aanwezig om het voorliggende verzoek te honoreren en de voor vergoeding in aanmerking komende kosten te begroten op € 483,--. Wellicht ten overvloede merkt de Raad nog op dat vergoeding van de proceskosten beperkt dient te worden tot voormelde kosten van het hoger beroep nu gedaagde blijkens de aangevallen uitspraak reeds door de rechtbank is veroordeeld tot vergoeding van kosten van rechtsbijstand in eerste aanleg.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Veroordeelt gedaagde in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag groot € 483,--, te betalen door de gemeente Goirle aan de griffier van de Raad.
Aldus gegeven door mr. M.I. `t Hooft in tegenwoordigheid van P.N. Rijnsewijn als griffier en uitgesproken in het openbaar op 2 juli 2003.
(get.) M.I. `t Hooft
(get.) P.N. Rijnsewijn
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.