ECLI:NL:CRVB:2003:AH9143
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsplicht voor commercieel directeur in geschil over gezagsverhouding
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 18 juni 2003, staat de vraag centraal of de commercieel directeur van een B.V. onder de verzekeringsplicht valt op basis van een gezagsverhouding. De appellante, een B.V., had in hoger beroep beroep aangetekend tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch, die op 9 april 2001 het beroep ongegrond had verklaard. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld na de inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, waarbij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) in de plaats trad van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv). De Raad oordeelt dat er geen sprake is van een gezagsverhouding tussen de appellante en de commercieel directeur, ondanks zijn functie en aandelenbezit. De Raad stelt vast dat de directeur niet in staat was om zich te verzetten tegen besluiten van de algemene vergadering van aandeelhouders, wat essentieel is voor de beoordeling van de verzekeringsplicht. Bovendien wordt het beroep van appellante op het vertrouwensbeginsel afgewezen, omdat er geen ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door gedaagde. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij de verzekeringsplicht voor de commercieel directeur wordt gehandhaafd. De uitspraak benadrukt het belang van de feitelijke gezagsverhouding in de beoordeling van verzekeringsplicht.