ECLI:NL:CRVB:2002:AE7895
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de Stichting Pensioenfonds ABP in administratief beroep
In deze zaak heeft het bestuur van de Stichting Pensioenfonds ABP hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage van 8 juni 2000. De rechtbank had het beroep van gedaagde gegrond verklaard en het bestreden besluit van het ABP vernietigd, waarbij het ABP onbevoegd was verklaard om kennis te nemen van het administratief beroep. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld op 12 januari 2001, waarbij de appellant werd vertegenwoordigd door mr. M.J.H.H. Fuchs en gedaagde door mr. B.W. Maris en A.J.M. van de Geijn.
De Raad overweegt dat de rechtbank zich ten onrechte onbevoegd heeft verklaard om van het beroep kennis te nemen. De Raad stelt vast dat het bestreden besluit van het ABP niet kan worden aangemerkt als een besluit van een bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de bevoegdheid van de directieraad om te beslissen op het verzoek van gedaagde niet meer bestond na de privatisering van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) per 1 januari 1996. De Raad concludeert dat er geen administratief beroep mogelijk is tegen de beslissing van de directieraad, en dat het bestreden besluit niet voldoet aan de vereisten van de Awb.
De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en verklaart de rechtbank onbevoegd om van het inleidend beroep kennis te nemen. Dit besluit is genomen in het openbaar op 22 februari 2001, waarbij de Raad geen termen aanwezig acht om proceskosten te vergoeden.