ECLI:NL:CRVB:2002:AE6362
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- W.D.M. van Diepenbeek
- G.L.M.J. Stevens
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft eiseres, geboren in 1946 te Pontianak (Borneo), een aanvraag ingediend voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. De aanvraag was gebaseerd op gezondheidsklachten die eiseres toeschrijft aan de spanningen die haar moeder heeft ervaren tijdens de Japanse bezetting en de daaropvolgende Bersiap-tijd. Eiseres stelt dat deze ervaringen een negatief effect op haar ontwikkeling hebben gehad, zelfs voordat zij geboren werd.
De Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad heeft de aanvraag afgewezen, omdat er geen bewijs was dat eiseres persoonlijk betrokken was bij de ongeregeldheden die onder de werkingssfeer van de Wet vallen. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij haar eerdere argumenten herhaalde. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 8 mei 2002 behandeld, waarbij eiseres in persoon verscheen en verweerster vertegenwoordigd werd door A.T.M. Vroom-van Berckel.
De Raad oordeelt dat de Wet duidelijk stelt dat alleen degenen die na de oorlog lichamelijk of psychisch letsel hebben opgelopen door ongeregeldheden, als burger-oorlogsslachtoffer kunnen worden erkend. Aangezien eiseres niet zelf betrokken was bij de ongeregeldheden en de gebeurtenissen die haar moeder heeft meegemaakt niet onder de werkingssfeer van de Wet vallen, heeft de Raad de afwijzing van de aanvraag door verweerster terecht geacht. De Raad verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.