ECLI:NL:CRVB:2002:AD8221
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- A. Beuker-Tilstra
- J.H. van Kreveld
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing schadevergoeding na dienstongeval
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, A., tegen de Staatssecretaris van Defensie, die de schadevergoeding voor letsel opgelopen tijdens een dienstongeval heeft afgewezen op grond van verjaring. Appellant heeft op 28 oktober 1987 een dienstongeval gehad, waarbij hij letsel aan zijn linkerhand heeft opgelopen. Na erkenning van de aansprakelijkheid door de Minister van Defensie, heeft appellant in 1990 een verzoek tot schadevergoeding ingediend. Dit verzoek is echter pas in 1997 concreet gemaakt, wat leidde tot de afwijzing door gedaagde op basis van verjaring, aangezien het verzoek meer dan vijf jaar na de erkenning van aansprakelijkheid was ingediend.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de rechtbank de afwijzing van de schadevergoeding terecht ongegrond heeft verklaard. De Raad overweegt dat de verjaringstermijn van vijf jaar begint te lopen op het moment dat de benadeelde in actie kan komen. In dit geval was de schade ten tijde van de brief van 21 december 1992 al voldoende duidelijk, en had appellant eerder actie moeten ondernemen. De Raad verwerpt de stelling van appellant dat het uitblijven van een reactie van gedaagde op zijn brief zou betekenen dat gedaagde geen beroep op verjaring zou doen. Voor het afzien van een beroep op verjaring is een expliciete mededeling van het bevoegde orgaan noodzakelijk.
De Raad concludeert dat gedaagde zich op verjaring kon beroepen en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die zouden rechtvaardigen dat gedaagde van dit beroep had moeten afzien. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.