ECLI:NL:CRVB:2001:BB8711
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- H. Bolt
- J. Th. Wolleswinkel
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van AAW/WAO-uitkeringen en de redelijkheid van de duidelijkheid voor de appellant
In deze zaak gaat het om de terugvordering van AAW/WAO-uitkeringen door het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) van appellant. De terugvordering betreft een bedrag van f 1.169,00 dat volgens gedaagde onverschuldigd aan appellant is betaald over de perioden van 18 april 1994 tot en met 30 april 1994 en van 1 december 1994 tot en met 31 januari 1995. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Groningen, die het beroep van appellant ongegrond verklaarde.
De Raad stelt vast dat appellant in 1990 arbeidsongeschikt werd en dat hij uitkeringen op grond van de AAW en WAO ontving. De terugvordering is gebaseerd op de stelling dat appellant redelijkerwijs duidelijk had moeten zijn dat hij onverschuldigd uitkeringen ontving, gezien zijn toenmalige inkomen en de functie die hij had aanvaard. Appellant betwist dit en stelt dat hij niet op de hoogte was van de wijze waarop zijn uitkeringen werden berekend.
De Raad overweegt dat er geen bewijs is dat de arbeidsdeskundige appellant heeft geïnformeerd over de berekening van zijn uitkeringen. De Raad concludeert dat appellant niet redelijkerwijs had kunnen begrijpen dat hij te veel uitkering ontving, gezien zijn eerdere inkomen en de omstandigheden rondom zijn arbeidsongeschiktheid. Desondanks bevestigt de Raad de uitspraak van de rechtbank, omdat de terugvordering op zichzelf rechtmatig is, maar de vraag of appellant dit had moeten begrijpen blijft onbeantwoord.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij de Raad geen termen aanwezig acht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De zaak benadrukt de complexiteit van terugvorderingen in het sociale zekerheidsrecht en de noodzaak voor duidelijke communicatie van de betrokken instanties naar de uitkeringsgerechtigden.