ECLI:NL:CRVB:2001:AE7872
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van de Raadskamer WUV inzake vergoeding van medische kosten en medisch vervoer
In deze zaak gaat het om een beroep van eiseres tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat betrekking heeft op de vergoeding van medische kosten en medisch vervoer. Eiseres, geboren in 1938 in het voormalig Nederlands-Indië, had eerder een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. In het besluit van 1 december 1997 werd eiseres erkend als vervolgde en kreeg zij een periodieke uitkering, evenals een vergoeding voor ongedekte medische kosten die verband hielden met psychische klachten voortvloeiend uit de vervolging.
Eiseres had echter bezwaar gemaakt tegen de beperking van de vergoeding voor medisch vervoer tot een straal van 30 km van haar woonplaats en de weigering om ongedekte medische kosten integraal te vergoeden. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 11 oktober 2001, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar advocaat, mr. E. Unger. De verweerster werd vertegenwoordigd door J.A. Groeneveld.
De Raad overweegt dat de beperking van de vergoeding voor medisch vervoer tot 30 km niet onredelijk is, aangezien het in het algemeen mogelijk moet zijn om binnen deze straal een gekwalificeerde therapeut te vinden. Eiseres had aangevoerd dat zij ook buiten deze straal een geschikte therapeut wilde kunnen zoeken, maar de Raad oordeelt dat er geen aanwijzingen zijn dat er binnen de straal geen geschikte therapeut beschikbaar was.
Wat betreft de ongedekte medische kosten, oordeelt de Raad dat de verweerster op goede gronden heeft geweigerd deze kosten integraal te vergoeden, gezien de bestaande ziektekostenverzekering van eiseres. De Raad concludeert dat het beroep van eiseres ongegrond is en verklaart dit bij uitspraak op 22 november 2001.