ECLI:NL:CRVB:2001:AD5254
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. Haverkamp
- F.P. Zwart
- T.L. de Vries
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak inzake kinderbijslag onder de Algemene Kinderbijslagwet en discriminatie op basis van nationaliteit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, A., tegen de Sociale Verzekeringsbank, die de toekenning van kinderbijslag op basis van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) heeft geweigerd. Het besluit tot weigering, genomen op 18 december 1997, betreft de kinderbijslag voor zijn dochter C. en is na bezwaar gehandhaafd in een besluit van 25 februari 1998. Appellant heeft de rechtbank verzocht de uitspraak te vernietigen, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 22 augustus 2001, waarbij alleen appellant vertegenwoordigd was door zijn advocaat, mr. C.M. Zeyl-Terzol.
De Raad heeft de relevante rechtsregels bevestigd zoals deze door de rechtbank zijn weergegeven. Appellant heeft betoogd dat de overgangsregeling van de AKW discrimineert op basis van nationaliteit. De Raad heeft vastgesteld dat de aanspraak op kinderbijslag voor C. eindigt op het moment dat zij begint met een andere opleiding dan die zij op 1 oktober 1995 volgde. De Raad heeft de stelling van appellant dat de opleidingen als één geheel moeten worden beschouwd, verworpen, en geconcludeerd dat de overgangsregeling niet discrimineert.
De Raad heeft ook de argumenten van appellant met betrekking tot de internationale verdragen, zoals het EVRM en het IVBPR, overwogen. De Raad oordeelt dat Nederland zijn verdragsverplichtingen moet respecteren, ook ten aanzien van niet-Nederlandse kinderen. Echter, de Raad concludeert dat de regeling niet nadelig is voor kinderen van Marokkaanse ouders in vergelijking met Nederlandse kinderen. Het hoger beroep van appellant wordt afgewezen, en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Er zijn geen termen voor een veroordeling in proceskosten.