ECLI:NL:CRVB:2001:AB1657
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. Haverkamp
- T.L. de Vries
- W.M. Levelt-Overmars
- Rechtspraak.nl
Herziening van de uitspraak inzake arbeidsongeschiktheid en uitkeringen onder de AAW en WAO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 april 2001 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 17 maart 1999. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. S.J.A. Mulder, heeft het verzoek ingediend naar aanleiding van besluiten van het Landelijk instituut sociale verzekeringen, waarbij zijn uitkeringen op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) zijn ingetrokken en herzien. De Raad heeft de eerdere uitspraak bevestigd, maar verzoeker was het niet eens met de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid en heeft nieuwe medische rapporten ingediend ter ondersteuning van zijn verzoek.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting op 28 februari 2001, waar verzoeker in persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde. Gedaagde is niet verschenen. De Raad heeft de ingediende rapporten van orthopedisch chirurgen beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven tot herziening van de eerdere uitspraak. De Raad merkte op dat de rapporten slechts een andere kwalificatie gaven van reeds bekende medische gegevens en dat deze niet als nieuwe feiten konden worden aangemerkt volgens artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht.
Uiteindelijk heeft de Raad het verzoek om herziening afgewezen, met de overweging dat er geen termen aanwezig waren voor toepassing van artikel 8:75 van de Awb. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee leden van de Raad, met de griffier aanwezig. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 11 april 2001.