ECLI:NL:CRVB:2000:ZB8703
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. Haverkamp
- J.J.B. van der Putten
- F.P. Zwart
- T.L. de Vries
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de proceskostenveroordeling in AOW-zaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de proceskostenveroordeling in een geschil over de toekenning van een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW). Appellant, wonende in Spanje, had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) dat hem geen AOW-pensioen toekende. De rechtbank had in eerste aanleg de besluiten van de SVB vernietigd en de SVB veroordeeld tot betaling van proceskosten aan appellant. De SVB ging in hoger beroep tegen de hoogte van deze proceskostenveroordeling. De Centrale Raad van Beroep diende de zaak en moest beoordelen of de rechtbank de proceskosten correct had vastgesteld. De Raad oordeelde dat de rechtbank de brieven van de gemachtigde van appellant niet als voor vergoeding in aanmerking komende proceshandelingen had moeten beschouwen. De Raad concludeerde dat de proceskosten in eerste aanleg opnieuw moesten worden vastgesteld op een hoger bedrag dan eerder was bepaald. De Raad oordeelde dat de SVB in de proceskosten van appellant in hoger beroep moest worden veroordeeld en dat het griffierecht aan appellant moest worden vergoed. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd voor wat betreft de proceskostenveroordeling, en de Raad stelde de proceskosten in eerste aanleg vast op f 1.775,- en de kosten in hoger beroep op f 355,-. Tevens werd bepaald dat de SVB het griffierecht van f 160,- aan appellant diende te vergoeden.