ECLI:NL:CRVB:2000:BJ5436
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- G.L.M.J. Stevens
- A. Beuker-Tilstra
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf opgelegd aan douanemedewerker wegens plichtsverzuim tijdens observatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een douanemedewerker tegen een disciplinaire straf die hem is opgelegd door de Staatssecretaris van Financiën. De medewerker, appellant, was werkzaam bij de douanepost en werd beschuldigd van plichtsverzuim tijdens een observatie van een schip. Tijdens deze observatie, die plaatsvond in de nacht van 22 op 23 januari 1997, zouden appellant en zijn collega in een dienstauto hebben gelegen met neergedraaide stoelen en met de ogen dicht, zonder te reageren op de aanwezigheid van andere collega's. De Staatssecretaris concludeerde dat er sprake was van plichtsverzuim en legde een disciplinaire straf op, inhoudende verplaatsing met onmiddellijke ingang zonder aanspraak op verhuiskostenvergoeding.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarbij werd overwogen dat de kwalificatie van het gedrag van appellant als 'slapen' wellicht niet geheel juist was, maar dat er wel sprake was van 'verminderde concentratie'. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde straf niet onevenredig was ten opzichte van het verweten plichtsverzuim. Appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het niet van doorslaggevend belang was of appellant daadwerkelijk in slaap was gevallen, maar dat zijn gedrag tijdens de observatie niet in overeenstemming was met de vereiste alertheid. De Raad benadrukte dat voortdurende alertheid essentieel is bij observatiewerkzaamheden en dat het gedrag van appellant gevaar kon opleveren voor het observatieteam. De Raad vond geen aanleiding om de disciplinaire straf onhoudbaar te achten en concludeerde dat de opgelegde straf proportioneel was.