ECLI:NL:CRVB:1999:BD2511
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. 't Hooft
- D.J. van der Vos
- Th.M. Schelfhout
- Rechtspraak.nl
Proceskostenvergoeding bij fictieve weigering door bestuursorgaan
In deze zaak gaat het om een hoger beroep ingesteld door appellanten tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Arnhem van 18 augustus 1998. De rechtbank had in die uitspraak geen proceskostenvergoeding toegekend aan appellanten voor hun beroep tegen de fictieve weigering van het bestuursorgaan, het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Arnhem. Appellanten, vertegenwoordigd door mr. M.J.G. Voets, stelden dat het bestuursorgaan te laat had beslist op hun bezwaar, waardoor zij genoodzaakt waren om beroep in te stellen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank ten onrechte geen proceskostenvergoeding had toegekend, aangezien de kosten voor rechtsbijstand redelijkerwijs waren gemaakt. De Raad oordeelde dat het hoger beroep gegrond was en vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het bestuursorgaan werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van appellanten, die in totaal op f 1.420,-- werden begroot. De uitspraak werd gedaan op 26 november 1999, waarbij de Raad de beslissing nam zoals de rechtbank had behoren te doen.