ECLI:NL:CRVB:1998:ZB7516
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- Ch. de Vrey
- H.M.J.I. Steenbergen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake tijdelijke aanstelling, inschaling en beoordeling van een ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Minister van Economische Zaken tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage. De gedaagde, een ambtenaar, was in tijdelijke dienst aangesteld en had bezwaar gemaakt tegen de inschaling en beoordeling van zijn functie. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de aanstellingsbrief van 3 december 1992, waarin de voorwaarden voor de tijdelijke aanstelling en de salarisverhogingen waren vastgelegd. De Raad oordeelt dat de rechtbank de weigering van de appellant om gedaagde per 1 december 1993 in aanmerking te brengen voor een salarisverhoging van schaal 9,1 naar schaal 9,2 heeft vernietigd, maar dat deze beslissing niet in stand kan blijven. De Raad stelt vast dat de appellant in zijn beleid de regels van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 heeft geschonden door 'goed functioneren' als beslissend criterium te hanteren. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de bestreden besluiten 1 en 2, maar bevestigt de vernietiging van bestreden besluit 3. De Raad concludeert dat de appellant in redelijkheid tot het oordeel kon komen dat gedaagde niet aan de verwachtingen voldeed, en dat de bestreden besluiten 4 niet voor vernietiging in aanmerking komen. De Raad beslist uiteindelijk dat de inleidende beroepen van gedaagde tegen de bestreden besluiten 1, 2 en 4 ongegrond zijn, en dat bestreden besluit 3 alsnog gegrond is. De Raad veroordeelt de appellant in de proceskosten van gedaagde en bepaalt dat de Staat der Nederlanden het griffierecht vergoedt.