ECLI:NL:CRVB:1998:AA8745
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.G. Treffers
- R.C. Schoemaker
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake uitkering op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak gaat het om een beroep van eiseres A., wonende te B., tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Het besluit, genomen op 29 maart 1996, betreft de vermindering van de periodieke uitkering van eiseres op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J. Hentenaar, heeft beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep, omdat zij het niet eens was met de beslissing van de verweerster. In haar aanvullend beroepschrift heeft eiseres uiteengezet waarom zij zich niet kan verenigen met het bestreden besluit.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar motivering vastgesteld dat de verweerster haar opvatting heeft gehandhaafd dat eiseres niet in aanmerking komt voor beperking van de vermindering van haar uitkering op basis van recht op ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW). De Raad heeft geoordeeld dat de verminderingsbepaling, zoals vastgelegd in artikel 19 van de Wet, gelijkelijk geldt voor mannen en vrouwen en dat er geen aanwijzingen zijn dat deze bepaling in hoofdzaak vrouwen treft. Daarom is er geen grond voor vernietiging van het bestreden besluit.
De uitspraak is gedaan op 5 maart 1998, na behandeling van de zaak op 22 januari 1998. Eiseres heeft tijdens de zitting aangevoerd dat de wijze van korting in strijd is met het nationale en internationale recht, omdat het leidt tot ongelijke behandeling van mannen en vrouwen. De Raad heeft deze grief echter niet doeltreffend geacht, omdat de bepaling van dwingendrechtelijke aard is en in overeenstemming met de doelstellingen van de Wet. De Raad heeft het beroep ongegrond verklaard.