ECLI:NL:CRVB:1998:AA8619
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- R.C. Schoemaker
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake premieplichtig loon en rentevoordeel uit spaarfonds
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) tegen X B.V. over de vraag of een rentevoordeel dat werknemers van X B.V. genieten uit een spaarfonds als premieplichtig loon moet worden aangemerkt. De Centrale Raad van Beroep behandelt de zaak, waarbij het Lisv stelt dat de rente van 8% die door gedaagde wordt vergoed, bovenmatig is in vergelijking met de marktrente. Gedaagde, X B.V., verdedigt zich door te stellen dat de rentevergoeding voortkomt uit een geldlening en niet uit de dienstbetrekking, en dat de hogere rente gerechtvaardigd is door de risico's van de lening.
De Raad oordeelt dat het voordeel dat werknemers genieten uit de spaarregeling wel degelijk uit de dienstbetrekking voortkomt, omdat deelname aan het spaarfonds alleen openstaat voor werknemers. De Raad wijst de argumenten van gedaagde af en concludeert dat het rentevoordeel als premieplichtig loon moet worden aangemerkt. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd voor zover deze in hoger beroep is aangevochten, en het beroep van gedaagde wordt ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan op 19 november 1998.