ECLI:NL:CRVB:1997:ZB7375
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.F.M. Brenninkmeijer
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- L.J.A. Damen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluiten van het Landelijk instituut sociale verzekeringen inzake malusopleggingen
In deze zaak gaat het om hoger beroep van drie appellanten, X B.V., Y B.V. en Z B.V., tegen besluiten van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) die betrekking hebben op malusopleggingen. De besluiten zijn genomen na de inwerkingtreding van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, waarbij het Lisv de plaats heeft ingenomen van verschillende bedrijfsverenigingen. De appellanten hebben verzocht om terug te komen op eerdere beslissingen waarbij hen een geldelijke bijdrage was opgelegd op basis van artikel 59i van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet. De Raad voor de Rechtspraak heeft de beroepen van X en Z ongegrond verklaard, terwijl het beroep van Y gedeeltelijk niet-ontvankelijk werd verklaard. De Raad heeft geoordeeld dat de appellanten niet hebben voldaan aan de vereisten om terug te komen op de eerder genomen besluiten, en dat de gronden die zij hebben aangevoerd niet voldoende zijn om de eerdere besluiten te herzien. De Raad bevestigt dat de inhoud van de jurisprudentie op zich geen grond vormt voor het doorbreken van de onaantastbaarheid van besluiten, en dat de appellanten binnen de wettelijke termijn beroep hadden moeten instellen. De Raad heeft de aangevallen uitspraken bevestigd en geen aanleiding gezien om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.