Uitspraak
1.De procedure bij de grondkamer
2.De procedure bij de Centrale Grondkamer
- pachter, bijgestaan door de heer L. Jansen als adviseur,
- [naam zoon] (zoon) namens verpachter.
Centrale Grondkamer
In deze zaak gaat het om een beroep van pachter, handelend onder de naam Bloemkwekerij [naam pachter], tegen de beslissing van de Centrale Grondkamer die hem niet-ontvankelijk verklaart in zijn verzoek in beroep. De pachtkamer van de rechtbank Den Haag had eerder een reguliere pachtovereenkomst vastgesteld tussen pachter en verpachter, handelend onder de naam Bloembollenbedrijf [naam verpachter]. Deze overeenkomst werd goedgekeurd door de grondkamer, maar pachter had bezwaren tegen deze goedkeuring. De Centrale Grondkamer heeft de procedure en de eerdere beslissingen uiteengezet, waarbij werd vastgesteld dat de pachtovereenkomst ongewijzigd was goedgekeurd. De Centrale Grondkamer oordeelt dat pachter niet in beroep kan komen, omdat er geen doorbrekingsgrond is voor het appelverbod. De Centrale Grondkamer verklaart pachter niet-ontvankelijk in zijn beroep, omdat de goedkeuring van de pachtovereenkomst door de grondkamer niet in strijd is met wettelijke regels of fundamentele rechtsbeginselen. De beslissing is genomen op 28 maart 2024, na een mondelinge behandeling op 11 januari 2024, waarbij pachter en zijn adviseur aanwezig waren, evenals de zoon van de verpachter.