Uitspraak
gevestigd te [vestigingsplaats],
gemachtigde: mr. ing. W. de Reus, van Van Eysinga & Oostra c.s. rentmeesters en juristen.
De Centrale Grondkamer beslist:
- De pachtprijs wordt bepaald op € 36.349,- per jaar, ingaande 12 mei 2020.
- De Centrale Grondkamer is niet bevoegd te oordelen over de vordering van verpachtster om pachter te veroordelen tot terugbetaling van een bedrag.
1.De procedure bij de grondkamer
een boerderij met erf, tuin, arbeiderswoning en weiland, kadastraal bekend gemeente [gemeente in de provincie Friesland], [kadastrale aanduidingen], groot 43.97.10 ha.Het verzoek van pachter is een verzoek zoals is bedoeld in artikel 7:333 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het verzoek is bij de grondkamer Noord (hierna: de grondkamer) op 6 mei 2020 binnengekomen.
2.2. De procedure bij de Centrale Grondkamer
3.De grieven
4.Het onderzoek
5.De redenen voor de beslissing
5.2 De Centrale Grondkamer is het eens met het puntenaantal voor de keuken (twee punten). De deskundigen hebben de veroudering van de keuken terecht meegenomen in hun waardering.
* voor melkkoeien 1 GVE
* voor jongvee van minder dan een jaar 0,5 GVE
* voor jongvee van ouder dan een jaar 0,7 GVE .
7 stuks jongvee bij aanvang van de pachtovereenkomst. De Centrale Grondkamer leidt uit de foto’s bij het rapport af dat het gaat om jongvee ouder dan een jaar. Uitgaande van de hiervoor genoemde aantallen GVE betekent dit dat in totaal moet worden uitgegaan van 41,9 GVE (= 37 GVE melkvee + 7 x 0,7 GVE jongvee). Aan de overige gebouwen kent de Centrale Grondkamer geen hectares toe, gezien hun beperkte omvang. Het aantal hectare dat kan worden toegerekend aan de bedrijfsgebouwen is dan na afronding (41,9 GVE gedeeld door 2,5 GVE per hectare) 17 hectare. Daarbij hoort een hoogst toelaatbare pachtprijs van (17 hectare x € 199,80 =) € 3.396,60.
land =) € 35.074,21. Dit is lager dan de pachtprijs die de grondkamer heeft vastgesteld (€ 36.349,-). Omdat verpachtster niet slechter mag worden van haar eigen hoger beroep, terwijl pachter geen bezwaren heeft geuit tegen de beslissing van de grondkamer voor zover deze betrekking heeft op de bedrijfsgebouwen, is de Centrale Grondkamer van oordeel dat de pachtprijs moet worden bepaald op het door de grondkamer bepaalde bedrag van € 36.349,- per jaar, ingaande 12 mei 2020. Gelet daarop zal de Centrale Grondkamer de beschikking van de grondkamer bekrachtigen.
6.De beslissing
R.W.E. van Leuken en de deskundige leden ir. W.G. Nijlant en ir. J.H. Jurrius, in tegenwoordigheid van mr. M. Vriend als griffier.