Uitspraak
wonende te [adres], [woonplaats],
gemachtigde: R.G. Panman RT, werkzaam bij Noordelijke Rentmeesters B.V.
- De twee partijen in de procedure zijn, door vererving, gezamenlijk eigenaar van de verpachte hoeve en daardoor mede-verpachters. De hoeve is aan één van hen ([pachter]) verpacht. [verpachter] heeft een verzoek om herziening van de pachtprijs ingediend. [pachter] is het niet eens met de indiening van dat verzoek. De Centrale Grondkamer oordeelt dat de grondkamer dat verzoek wel mocht behandelen.
- De Centrale Grondkamer bepaalt dat deskundigen een onderzoek moeten doen naar de hoogst toelaatbare pachtprijs van het verpachte (bedrijfsgebouwen/woning/land).
1.De procedure bij de grondkamer
2.2. De procedure bij de Centrale Grondkamer
3.De grieven
Over het herzieningsverzoek:
Het herzieningsverzoek is alleen door [verpachter] ingediend, zonder instemming van [pachter] als mede-eigenaar en mede-verpachter, en dat is onrechtmatig. De grondkamer had het herzieningsverzoek niet mogen behandelen.
Over de pachtwaarde voor 2021 voor het land:
* Bij de berekening van de pachtwaarde heeft de grondkamer ten onrechte aan de hand van het
taxatierapport van de grondkamerdeskundigen uit 1985, dat [pachter] niet kent, doorgerekend naar
1992 en vanaf daar verder. De grondkamer had moeten meewegen dat de externe
productiefactoren, met name de waterhuishouding, na 1985 aanzienlijk zijn verslechterd.
van [pachter]. De percelen waren slecht ontsloten en verkaveld, hadden een slechte vorm, waren
niet egaal en de waterhuishouding (ontwatering en afwatering) was slecht. Met goedkeuring van de
voormalige eigenaren heeft [pachter]
f120.000,- geïnvesteerd in de verbetering van de percelen
(vergroting, egalisering, grasmatverbetering, etc.) en de waterhuishouding (drainage en graven en
herprofilering watergangen etc). Met hun goedkeuring heeft [pachter] ook twee betonnen wegen
aangelegd direct achter de boerderij.
* De grondkamer heeft geen rekening gehouden met de zogenoemde bovengrens van 2% van de
vrije verkeerswaarde en is ten onrechte (zonder toelichting en zonder in te gaan op de twee
vergelijkingstransacties die [pachter] had gegeven) ervan uitgegaan dat de vrije verkeerswaarde in
de jaren 2016-2017 ten minste € 48.000,- per hectare was. De vrije verkeerswaarde van het
verpachte was in 2016-2017 lager dan € 42.000,- en de maximale pachtrijs was toen maximaal
€ 840,- per hectare. Omdat [pachter] de kavelverbeteringswerkzaamheden heeft betaald, moet de
vrije verkeerswaarde lager dan € 40.000,- liggen.
[pachter] altijd de ruilverkavelingsrente en de waterschapsbelasting betaald. De andere eigenaar
wenste niet aan de ruilverkavelingsrente mee te betalen.
Over de pachtwaarde voor 2021 voor de bedrijfsgebouwen:
De door de grondkamer vastgestelde pachtwaarde van € 681,- moet op een symbolische waarde van € 0,- of € 1,- worden bepaald. Het gebouw heeft namelijk (door zijn inrichting, veroudering, kwaliteit en capaciteit) geen functie en waarde meer voor de melkveehouderij en kan en mag die ook niet hebben.
Over de pachtwaarde voor 2021 voor de woning:
Het gebouw is zeer inefficiënt, gezien de buitengewone afmetingen, wat hoge kosten meebrengt. De situatie van [pachter] is niet vergelijkbaar met de situatie in de beslissing van de Centrale Grondkamer van 16 september 2008 in de zaak GP 11.582.
Over de eigenaarslasten en verzekeringen:Er is onvoldoende rekening mee gehouden dat alle eigenaarslasten en verzekeringen van de grond, gebouwen en woning voor [pachter] zijn.
4.De redenen voor de beslissing
* de pachtovereenkomst krachtens een goedgekeurde pachtwijzigingsovereenkomst ingaande
* met ingang van 1 november 1988 [pachter] de pacht alleen voortzet.
De pachtwijzigingsovereenkomst is ingekomen bij de grondkamer voor Groningen op 30 december 1988 en goedgekeurd door die grondkamer op 23 februari 1989.
* dat er pachtersinvesteringen zijn gedaan en hoe daarmee wordt omgegaan;
* dat per 1994 alle onderhoud (groot en klein) voor de gepachte woning met bedrijfsgedeelte aan de
[adres] voor rekening van de pachter komt;
* dat partijen overeenkomen “dat zij de gevolgen van de Ruilverkaveling [naam ruilverkaveling]
aanvaarden, zijnde dat de oppervlakte thans bedraagt 29 ha, 65 are en 27 ca, kadastraal bekend in
de gemeente [gemeente in de provincie Groningen], [kadastrale aanduiding] alsmede een 15%-aandeel in een betonweg groot 18 are en 24 ca, kadastraal bekend gemeente [gemeente in de provincie Groningen], kadastrale aanduiding].”
a. of die overeenkomst uit 1994 een pachtwijzigingsovereenkomst is die door de grondkamer is
goedgekeurd. En zo ja: stukken bij te voegen waaruit dat blijkt. En zo nee: te berichten wat dat voor
gevolgen heeft voor de beoordeling van het herzieningsverzoek.
heeft gedaan en wanneer;
plaatsgevonden en wat door die ruilverkaveling precies wanneer is veranderd in de
pachtovereenkomst van partijen;
gebruik is gegeven.
e. die grondtransacties met de bijbehorende akten.
f. een kadastrale kaart (eventueel een nauwkeurige situatieschets) van het verpachte;
g. indien aanwezig - en voor zover van belang - een tekening van de tot het verpachte behorende
gebouwen op A-3 formaat.
5.De beslissing
W.F. Boele en de deskundige leden ir. W.G. Nijlant en ir. J.H. Jurrius, in tegenwoordigheid van
mr. M. Vriend als .