Uitspraak
[pachter],
Stichting R.K. Weeshuis,
Het verdere geding in hoger beroep
De verdere beoordeling van het geschil in hoger beroep
Centrale Grondkamer
In deze zaak, behandeld door de Centrale Grondkamer op 24 februari 2022, betreft het een herziening van de pachtprijs in hoger beroep. De zaak is gestart na een tussenbeschikking van de Centrale Grondkamer op 10 december 2020, waarin werd bepaald dat deskundigen onderzoek moesten doen naar de pachtwaarde van het verpachte perceel. De deskundigen hebben een rapport opgesteld waarin zij de pachtwaarde vaststelden op € 3.964 per jaar, hetzelfde bedrag als eerder door de grondkamer was bepaald. Dit rapport werd op 16 september 2021 naar de partijen gestuurd, met de mogelijkheid om binnen vier weken bezwaren te maken of een mondelinge behandeling aan te vragen. Alleen de verpachter heeft gereageerd, met een verzoek om een naamwijziging van de rentmeester in het rapport.
De Centrale Grondkamer heeft het verzoek van de verpachter om de naam te corrigeren ingewilligd en het rapport verbeterd gelezen. De Centrale Grondkamer oordeelt dat de deskundigen in hun rapport op juiste wijze rekening hebben gehouden met de informatie van beide partijen. De Centrale Grondkamer heeft de beschikking van de grondkamer vernietigd en de pachtprijs opnieuw vastgesteld op € 3.964 per jaar, ingaande 1 oktober 2018. Daarnaast zijn er bepalingen toegevoegd met betrekking tot de waterschapslasten en eventuele ruilverkavelings- of landinrichtingsrentes. De verzoeken van de verpachter om de pachter in de kosten van de procedure te veroordelen zijn afgewezen, aangezien er in deze procedure geen plaats is voor proceskostenveroordeling.