ECLI:NL:CG:2020:3

Centrale Grondkamer

Datum uitspraak
15 januari 2020
Publicatiedatum
6 maart 2024
Zaaknummer
GP 11.789
Instantie
Centrale Grondkamer
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening pachtprijs van los land in hoger beroep

In deze zaak gaat het om de herziening van de pachtprijs van los land, waarbij de Centrale Grondkamer op 15 januari 2020 uitspraak doet in hoger beroep. De pachter had eerder een verzoek ingediend bij de grondkamer om de pachtprijs te verlagen, maar dit verzoek werd afgewezen in een beschikking van 9 april 2018. De pachter ging in beroep tegen deze beslissing, waarbij hij aanvoerde dat de grondkamer niet voldoende op zijn argumenten was ingegaan en dat de taxatiewaarde van de grond te hoog was vastgesteld. De Centrale Grondkamer heeft vervolgens deskundigen ingeschakeld om de situatie ter plaatse te onderzoeken en een rapport op te stellen. Dit rapport, dat aan de beschikking is gehecht, concludeert dat de hoogst toelaatbare pachtprijs hoger is dan de door de verpachtster gevraagde pachtprijs. De Centrale Grondkamer oordeelt dat er geen reden is voor herziening op basis van redelijkheid en billijkheid, noch op basis van gewijzigde omstandigheden. De beschikking van de grondkamer wordt dan ook bevestigd, en het herzieningsverzoek van de pachter wordt afgewezen.

Uitspraak

CENTRALE GRONDKAMER
Datum: 15 januari 2020
Dossiernummer: GP 11.789
Beschikking
in de zaak van:

[pachter],

wonende te [adres], [woonplaats],
hierna te noemen: pachter,
-tegen-

De Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland

gevestigd te Noordereinde 60, Postbus 9955, 1243 ZS, ’s-Graveland,
hierna te noemen: verpachtster.
Het geding in eerste aanleg
De grondkamer Noord heeft bij beschikking van 9 april 2018 het verzoek van pachter (als bedoeld in artikel 7:333 lid 2 BW) om herziening (verlaging) van de pachtprijs van de tussen partijen bestaande pachtovereenkomst afgewezen. Bij die pachtovereenkomst heeft verpachtster aan pachter verpacht percelen los land, kadastraal bekend gemeente [gemeente in de provincie Drenthe], [kadastrale aanduidingen] ter plaatse bekend als [kadastrale aanduidingen], groot 12.6277 ha.
Een afschrift van die beschikking is aan partijen verzonden op 11 april 2018. Die beschikking is in fotokopie aan deze beschikking gehecht. Naar de beschikking van de grondkamer wordt verwezen voor de procesgang in eerste aanleg en voor de aan de beschikking ten grondslag gelegde motivering.

Het geding in hoger beroep

Pachter is met een beroepschrift dat op 1 mei 2018 is ontvangen in beroep gegaan tegen de beschikking van de grondkamer. Pachter heeft zijn beroepschrift aangevuld bij brief van 5 mei 2018. Pachter heeft de Centrale Grondkamer verzocht de pachtprijs te herzien.
Aan verpachtster is de mogelijkheid geboden een verweerschrift in te dienen. De Centrale Grondkamer heeft geen verweerschrift van verpachtster ontvangen.

De grieven

Pachter heeft in hoger beroep aangevoerd, kort gezegd, dat de grondkamer niet inhoudelijk is ingegaan op zijn argumenten, dat de taxatiewaarde van de grond zo hoog was vanwege de uitruil van gronden 1 op 1 die plaatsvond in het kader van de herinrichting [naam herinrichting], en dat geen rekening is gehouden met het opbrengend vermogen van de grond.

Het onderzoek

De Centrale Grondkamer heeft ter plaatse van het gepachte een onderzoek laten instellen door deskundigen. Van dat onderzoek is een rapport gemaakt dat in afschrift aan deze beschikking is gehecht en waarvan de inhoud als hier ingelast moet worden beschouwd.
Bij brieven van 23 september 2019 is een afschrift van dat rapport aan partijen gezonden. Daarbij is meegedeeld dat binnen veertien dagen bezwaren daartegen kenbaar gemaakt konden worden, of een verzoek om een mondelinge behandeling kon worden gedaan, en dat, mocht binnen de gestelde termijn geen bericht zijn ontvangen, de Centrale Grondkamer aanneemt dat partijen tegen het rapport geen bezwaren hebben, althans zich daarbij neerleggen. De Centrale Grondkamer heeft binnen de gestelde termijn geen bericht ontvangen van partijen.
Onderzoek

Beoordeling van het geschil in hoger beroep

Naar het oordeel van de Centrale Grondkamer hebben deskundigen in hun rapport in voldoende mate en op juiste wijze acht geslagen op het door partijen aangevoerde. De Centrale Grondkamer zal het rapport dan ook volgen.
De hoogst toelaatbare pachtprijs volgens dat rapport is hoger dan de door verpachtster per
1 november 2016 gevraagde pachtprijs. Er is daarom geen sprake van dat redelijkheid en billijkheid de door de pachter verzochte herziening van de tegenprestatie verlangen of dat gewijzigde omstandigheden die herziening rechtvaardigen. Gelet op het vorenstaande is de Centrale Grondkamer, net als de grondkamer, van oordeel dat het herzieningsverzoek moet worden afgewezen. De Centrale Grondkamer zal de beschikking, waarvan beroep, daarom bevestigen.

Beslissing

De Centrale Grondkamer, beschikkende in hoger beroep:
bevestigt de beschikking, waarvan beroep.
Deze beschikking is gegeven op 15 januari 2020 door mrs. Th.C.M. Willemse, B.J.H. Hofstee en R.W.E. van Leuken en de deskundige leden mr. ing. H.J. Vinke en ir. H.B.M. Duenk, in tegenwoordigheid van mr. M. Vriend als .