ECLI:NL:CG:2011:2
Centrale Grondkamer
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen betalingsverzoek van incassobureau in pachtkwestie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de verpachter tegen een betalingsverzoek van GGN Incasso B.V. betreffende griffierechten. De Centrale Grondkamer heeft op 3 november 2011 uitspraak gedaan. De verpachter had eerder een pachtwijzigingsovereenkomst goedgekeurd gekregen door de grondkamer Oost, maar had een factuur ontvangen voor het griffierecht dat hij niet volledig had betaald. Na een herinneringsverzoek van het incassobureau ontving de gemachtigde van de verpachter een brief waarin hij werd verzocht het resterende bedrag te voldoen. De verpachter stelde in zijn beroepschrift dat hij bezwaar had tegen de hoogte van het griffierecht en dat hij geen taxatierapport had ontvangen. De Centrale Grondkamer oordeelde dat de brief van het incassobureau geen beslissing van de grondkamer was en dat er geen voor beroep vatbare beslissing was genomen. De Centrale Grondkamer verduidelijkte dat de verschuldigdheid van het griffierecht voortvloeit uit de wet en dat er geen mogelijkheid is voor bezwaar of beroep tegen de heffing. De hoogte van het griffierecht is niet afhankelijk van het al dan niet plaatsvinden van een onderzoek. De Centrale Grondkamer concludeerde dat de verpachter niet-ontvankelijk was in zijn beroep, omdat de ingediende brief niet als een voor beroep vatbare beslissing kon worden beschouwd.