ECLI:NL:CBB:2025:55

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
14 januari 2025
Publicatiedatum
29 januari 2025
Zaaknummer
23/1375 en 23/1376
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing herzieningsverzoeken subsidie vaste lasten COVID-19

Op 14 januari 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaken met nummers 23/1375 en 23/1376. De zaak betreft de afwijzing van herzieningsverzoeken door de minister van Economische Zaken met betrekking tot de regeling voor subsidie vaste lasten in het kader van de COVID-19 pandemie. De betrokken onderneming, [naam] B.V., had bezwaar gemaakt tegen de vaststellingsbesluiten van de minister, maar deze bezwaren zijn door de minister niet-ontvankelijk verklaard. De onderneming stelde dat er nieuwe feiten waren die aanleiding gaven voor herziening, maar het College oordeelde dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren zoals bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Het College concludeerde dat de minister terecht de herzieningsverzoeken had afgewezen. De minister had zich bij de vaststellingsbesluiten kunnen baseren op de gegevens van de Belastingdienst. De suppletieaangiftes die de onderneming na de vaststellingsbesluiten had ingediend, werden niet als nieuw feit erkend. Bovendien was de onderneming te laat met het indienen van bezwaar tegen de vaststellingsbesluiten over subsidies voor de periode van juni tot en met september 2020 en het vierde kwartaal van 2021. De afwijzing van de herzieningsverzoeken werd niet als evident onredelijk beschouwd, ook al had dit financiële gevolgen voor de onderneming.

De uitspraak van het College bevestigt de afwijzing van de herzieningsverzoeken en verklaart de beroepen ongegrond. De betrokken partijen zijn [naam] B.V. en de minister van Economische Zaken, vertegenwoordigd door mr. M. Achalhi. De uitspraak is mondeling gedaan en vastgelegd in een proces-verbaal.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummers: 23/1375 en 23/1376
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 januari 2025

Rechter: mr. B. Bastein

Griffier: mr. I.E. van de Geest

Partijen

[naam] B.V., te [plaats] , (onderneming)

en

de minister van Economische Zaken, vertegenwoordigd door mr. M. Achalhi

Beslissing

Het College verklaart de beroepen ongegrond.

Overweging

De minister heeft de herzieningsverzoeken terecht afgewezen. De minister mocht bij de vaststellingsbesluiten uitgaan van de gegevens van de Belastingdienst. Dat de onderneming na die vaststellingsbesluiten suppletieaangiftes heeft ingediend, is geen nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht. Ook is niet gebleken dat de afwijzingen van de herzieningsverzoeken evident onredelijk zijn. Daarbij is van belang dat de onderneming te laat bezwaar heeft gemaakt tegen de vaststellingsbesluiten over de subsidies over de periode juni tot en met september van 2020 en het vierde kwartaal van 2021. De minister heeft deze bezwaren niet-ontvankelijk verklaard en de onderneming heeft hiertegen geen beroep ingesteld. Verder is niet gebleken van bijzondere omstandigheden. Dat de afwijzingen financiële gevolgen voor de onderneming hebben, maakt de afwijzingen ook niet evident onredelijk.
w.g. B. Bastein w.g. I.E. van de Geest