ECLI:NL:CBB:2025:55
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoeken subsidie vaste lasten COVID-19
Op 14 januari 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaken met nummers 23/1375 en 23/1376. De zaak betreft de afwijzing van herzieningsverzoeken door de minister van Economische Zaken met betrekking tot de regeling voor subsidie vaste lasten in het kader van de COVID-19 pandemie. De betrokken onderneming, [naam] B.V., had bezwaar gemaakt tegen de vaststellingsbesluiten van de minister, maar deze bezwaren zijn door de minister niet-ontvankelijk verklaard. De onderneming stelde dat er nieuwe feiten waren die aanleiding gaven voor herziening, maar het College oordeelde dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren zoals bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Het College concludeerde dat de minister terecht de herzieningsverzoeken had afgewezen. De minister had zich bij de vaststellingsbesluiten kunnen baseren op de gegevens van de Belastingdienst. De suppletieaangiftes die de onderneming na de vaststellingsbesluiten had ingediend, werden niet als nieuw feit erkend. Bovendien was de onderneming te laat met het indienen van bezwaar tegen de vaststellingsbesluiten over subsidies voor de periode van juni tot en met september 2020 en het vierde kwartaal van 2021. De afwijzing van de herzieningsverzoeken werd niet als evident onredelijk beschouwd, ook al had dit financiële gevolgen voor de onderneming.
De uitspraak van het College bevestigt de afwijzing van de herzieningsverzoeken en verklaart de beroepen ongegrond. De betrokken partijen zijn [naam] B.V. en de minister van Economische Zaken, vertegenwoordigd door mr. M. Achalhi. De uitspraak is mondeling gedaan en vastgelegd in een proces-verbaal.