ECLI:NL:CBB:2025:377
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de staatssecretaris tot invordering van verbeurde dwangsom in het kader van het Besluit personenvervoer 2000
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 15 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een onderneming en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. De onderneming had bezwaar gemaakt tegen een invorderingsbesluit van de staatssecretaris, waarbij een verbeurde dwangsom van € 3.000,- werd ingevorderd. Dit besluit volgde op een eerdere last onder dwangsom die de onderneming had gekregen, waarin werd geëist dat zij zich zou onthouden van overtredingen van het Besluit personenvervoer 2000. De onderneming betoogde dat de bevoegdheid tot invordering was verjaard, maar het College oordeelde dat de verjaringstermijn pas aanvangt na het verbeuren van de dwangsom. De onderneming had in dit geval de vereiste boordcomputer niet in de taxi aanwezig, wat leidde tot de constatering van een overtreding door de Inspectie Leefomgeving en Transport. Het College concludeerde dat het beroep van de onderneming ongegrond was, en dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 juli 2025.