ECLI:NL:CBB:2025:167

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
25 februari 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
24/9 t/m 24/14
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van besluiten over TVL-subsidie in verband met persoonlijke omstandigheden van de eigenaar

Op 25 februari 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een zaak betreffende de herziening van besluiten over de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) subsidie. De ondernemingen hebben de minister van Economische Zaken verzocht om de besluiten over zes TVL-periodes te herzien, nadat hun aanvragen voor subsidie waren afgewezen en de minister de ingediende bezwaren niet-ontvankelijk had verklaard vanwege termijnoverschrijdingen. De ondernemingen hebben aangevoerd dat deze overschrijdingen verschoonbaar zijn door persoonlijke omstandigheden van de eigenaar, die te maken heeft met ernstige medische problemen, waaronder hartproblemen en epilepsie, die zijn vermogen om de administratie te voeren hebben beïnvloed.

Tijdens de zitting is besproken dat de minister opnieuw naar de besluiten zal kijken, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de eigenaar. De eigenaar heeft in het verleden zware operaties ondergaan en heeft te maken gehad met een hartstilstand, wat heeft geleid tot verblijf in een revalidatiecentrum. De administratieve achterstand die is ontstaan, heeft ook financiële gevolgen gehad voor de ondernemingen. De minister is opgedragen om het omzetverlies van de ondernemingen te beoordelen en de ondernemingen dienen tijdig te reageren en stukken aan te leveren.

De uitspraak van het College verklaart de beroepen gegrond en draagt de minister op het betaalde griffierecht van €2.226,- aan de ondernemingen te vergoeden. Er zijn geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking gekomen.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummers: 24/9 tot en met 24/14
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 februari 2025

Rechter: mr. B. Bastein

Griffier: mr. A. Verhoeven

Partijen

[naam 1] en [naam 2], te [woonplaats] , waarvoor aanwezig zijn [naam 3] en [naam 4]
en
de minister van Economische Zaken, waarvoor aanwezig zijn mr. S. Piron en mr. drs. G.O. Hoeksma

Beslissing

Het College:
  • verklaart de beroepen gegrond;
  • draagt de minister op het betaalde griffierecht van €2.226,- aan de onderneming te vergoeden.

Overwegingen

1. De ondernemingen hebben de minister gevraagd de besluiten over zes TVL-periodes te herzien. Met deze besluiten heeft de minister drie aanvragen om TVL subsidie afgewezen en drie subsidies vastgesteld op nihil. De minister heeft de daartegen ingediende bezwaren niet-ontvankelijk verklaard omdat de ondernemingen die te laat hadden ingediend. De ondernemingen hebben aangevoerd dat de termijnoverschrijdingen verschoonbaar zijn vanwege persoonlijke omstandigheden van de eigenaar. Zij vragen de minister hiermee rekening te houden en de besluiten te heroverwegen.
2 Uit de stukken en hetgeen besproken is ter zitting komt naar voren dat de eigenaar van de ondernemingen te maken heeft met zeer ernstige medische problematiek. Hij heeft ernstige hartproblemen waarvoor hij in 2016 en 2019 zware operaties heeft ondergaan , in 2018 kreeg hij een herseninfarct en sindsdien heeft hij last van epilepsie. In oktober 2024 heeft hij als gevolg van een epileptische aanval een hartstilstand gekregen en sindsdien verblijft hij in een revalidatiecentrum. Ook in de privésfeer hadden de eigenaar en zijn partner te maken met nare persoonlijke omstandigheden. De eigenaar was verantwoordelijk voor de administratie van de ondernemingen. Pas toen zijn partner eind 2024 inzicht kreeg in de administratie kwam aan het licht hoezeer de medische en persoonlijke omstandigheden de afgelopen jaren van invloed zijn geweest op het vermogen van de eigenaar om de administratie te voeren. Het was hem, zonder dat zij dat wist, teveel geworden. Er was een achterstand, met ook financiële gevolgen, waar zijn partner niet van op de hoogte was omdat zij erop had vertrouwd dat de eigenaar deed wat hij zei te doen. Achteraf bezien was hij er slechter aan toe dan hij zich voordeed.
3 Gezien deze persoonlijke omstandigheden is ter zitting besproken dat de minister opnieuw naar de besluiten gaat kijken. Daarbij zal de minister het omzetverlies van de ondernemingen moeten beoordelen. Het is in dat kader van belang dat de ondernemingen tijdig reageren en stukken aanleveren.
4 De beroepen zijn gegrond. De minister dient het door de ondernemingen betaalde griffierecht van €2.226,- (6 maal €371,-) te vergoeden. Er zijn geen proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen.
w.g. B. Bastein w.g. A. Verhoeven