ECLI:NL:CBB:2025:164
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit minister van Economische Zaken inzake subsidie vaste lasten COVID-19
In deze zaak heeft een onderneming beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Economische Zaken, gedateerd 18 november 2022, waarin het bezwaar van de onderneming tegen een eerder vaststellingsbesluit van 16 juni 2021 ongegrond is verklaard. Dit vaststellingsbesluit betrof de subsidie op grond van de Tijdelijke regeling tegemoetkoming vaste lasten (TVL) voor het vierde kwartaal van 2020, die was vastgesteld op € 952,42. De minister vorderde het te veel betaalde voorschot terug.
De onderneming stelde dat een deel van haar omzet onder de margeregeling valt, een btw-regeling voor ondernemingen die handelen in sieraden. Hierdoor kon de omzet niet eenvoudig worden bepaald op basis van de aangifte omzetbelasting. De minister had de onderneming meerdere keren de gelegenheid gegeven om de benodigde stukken aan te leveren om de omzet te kunnen vaststellen, maar de onderneming heeft hier niet op gereageerd.
Tijdens de zitting gaf de vertegenwoordiger van de onderneming aan dat hij, vanwege het overlijden van zijn echtgenote die de onderneming dreef, niet in staat was om de gevraagde gegevens alsnog te overleggen. Hij legde zich neer bij het bestreden besluit en gaf aan het verschuldigde bedrag in twee termijnen te willen betalen. De minister stemde hiermee in. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaarde het beroep ongegrond, omdat de onderneming niet had voldaan aan de verzoeken om informatie en de minister niet in staat was om rekening te houden met de omzet die onder de margeregeling valt.