Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 maart 2025 op het hoger beroep van:
[naam 1] B.V., te [woonplaats] (gemachtigde: F.Th.M. Peters)
de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
7 december 2018 op ambtsbelofte een rapport van bevindingen opgemaakt en ondertekend.
[naam 1] er bij het doden van dieren en daarmee verband houdende activiteiten niet voor gezorgd dat een varken elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden werd bespaard, omdat een varken door een medewerker met de voet werd getrapt en geduwd.
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
[naam 1] heeft geen tegenbewijs geleverd en de vier verklaringen die zij heeft ingebracht wegen niet op tegen de bevindingen van de toezichthouder. De eerste verklaring van de betrokken werknemer betreft een enkele ontkenning en de overige drie verklaringen zijn afkomstig van personen die de gebeurtenissen niet zelf hebben waargenomen. Dat is gewerkt volgens het eigen protocol maakt dit volgens de minister niet anders.
Bevinding(en):
€ 360,- aan haar te vergoeden. Het College zal de minister ook opdragen het door
[naam 1] in hoger beroep betaalde griffierecht van € 548,- aan haar te vergoeden.
Beslissing
mr. W.I.K. Baart, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 maart 2025.