ECLI:NL:CBB:2024:947
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvragen COVID-19 door minister van Economische Zaken
Op 10 december 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaken met nummers 24/755 en 24/756. De ondernemer, handelend onder de naam [naam 2] en gevestigd te [plaats], had aanvragen ingediend voor subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het tweede en derde kwartaal van 2021. Deze aanvragen werden echter door de minister van Economische Zaken afgewezen, omdat ze buiten de aanvraagperiode waren ingediend.
De ondernemer voerde aan dat hij te maken had met vervelende persoonlijke omstandigheden tijdens de aanvraagperiodes, wat volgens hem een reden zou moeten zijn om de aanvragen alsnog te honoreren. Het College oordeelde echter dat deze omstandigheden niet voldoende waren om de afwijzing van de aanvragen als onevenredig te beschouwen. Het College benadrukte dat de aanvragen twee jaar te laat waren ingediend en dat er geen bewijs was dat het voor de ondernemer onmogelijk was om tijdig contact op te nemen met de minister.
Bovendien had de ondernemer in de tussenliggende periode wel andere TVL-aanvragen ingediend en bezwaar gemaakt tegen de verlening van een subsidie, wat erop wijst dat hij in staat was om met de minister te communiceren. Het College concludeerde dat de minister de aanvragen terecht had afgewezen en verklaarde de beroepen ongegrond. De uitspraak werd mondeling gedaan en is vastgelegd in een proces-verbaal.