ECLI:NL:CBB:2024:945
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek subsidie vaste lasten COVID-19
Op 9 december 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/1805. De zaak betreft een herzieningsverzoek van een onderneming, [naam 1] B.V., die een subsidie voor vaste lasten in het kader van de COVID-19-regeling had aangevraagd. De minister van Economische Zaken had dit herzieningsverzoek afgewezen. De onderneming was van mening dat er nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die aanleiding gaven voor herziening, maar het College oordeelde dat dit niet het geval was. De onderneming had een fout in de aanvraag ontdekt, maar dit werd niet aangemerkt als een nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid volgens artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht. Het College concludeerde dat de afwijzing van het herzieningsverzoek niet evident onredelijk was. Bovendien had de onderneming te laat bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van de subsidie over de periode juni tot en met september 2020, wat door de minister als niet-ontvankelijk was verklaard. Het beroep van de onderneming werd ongegrond verklaard, en er waren geen bijzondere omstandigheden die de afwijzing onredelijk maakten. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Bastein, met mr. I.E. van de Geest als griffier.