ECLI:NL:CBB:2024:944
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek subsidie COVID-19 door de minister van Economische Zaken
Op 9 december 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 24/102. De zaak betreft een herzieningsverzoek van een onderneming, [naam] B.V., met betrekking tot de subsidie voor vaste lasten in het kader van de COVID-19-regeling. De minister van Economische Zaken had het herzieningsverzoek afgewezen, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die aanleiding gaven voor herziening, zoals bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De onderneming, vertegenwoordigd door mr. R.A. Dayala, had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van de subsidie over het tweede kwartaal van 2021, maar dit bezwaar werd door de minister niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De onderneming heeft geen beroep ingesteld tegen deze beslissing op bezwaar. In de uitspraak werd benadrukt dat de afwijzing van het herzieningsverzoek niet evident onredelijk was, ook al had de onderneming gesteld dat de afwijzing financiële gevolgen voor haar had.
Het College verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de minister. De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer, met mr. B. Bastein als rechter en mr. I.E. van de Geest als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 december 2024.