ECLI:NL:CBB:2024:942
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek subsidie vaste lasten COVID-19
Op 9 december 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 24/178. De zaak betreft een herzieningsverzoek van een onderneming, [naam 1] B.V., die een subsidie voor vaste lasten in het kader van de COVID-19-regeling had aangevraagd. De minister van Economische Zaken had dit herzieningsverzoek afgewezen, en de onderneming was het hier niet mee eens. De rechter, mr. B. Bastein, heeft in de mondelinge uitspraak geoordeeld dat de minister het verzoek terecht heeft afgewezen. Er waren geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden die de afwijzing konden rechtvaardigen volgens artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechter stelde vast dat de minister bij het vaststellingsbesluit terecht is uitgegaan van de gegevens van de Belastingdienst. De onderneming had na de vaststelling een suppletieaangifte ingediend, maar dit werd niet als nieuw feit of veranderde omstandigheid beschouwd. Bovendien was er geen sprake van een kennelijke misslag. De onderneming had te laat bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van de subsidie over de periode juni tot en met september 2020, en het bezwaar was door de minister niet-ontvankelijk verklaard. De onderneming had geen beroep ingesteld tegen deze beslissing. De rechter concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de afwijzing onredelijk zouden maken, ook al had de afwijzing financiële gevolgen voor de onderneming. De uitspraak bevestigde dat de afwijzing van het herzieningsverzoek niet evident onredelijk was.