ECLI:NL:CBB:2024:839
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidie aanvraag stichting op basis van de Tijdelijke regeling aanvullende subsidie evenementen COVID-19
In deze zaak heeft de stichting een aanvraag ingediend voor subsidie op grond van de Tijdelijke regeling aanvullende subsidie evenementen COVID-19 (ATE) voor het evenement Theaterfestival De Parade, dat gepland stond van 13 augustus 2021 tot en met 29 augustus 2021. De aanvraag werd door de minister van Economische Zaken en Klimaat afgewezen, omdat het evenement niet voldeed aan de vereiste dat een evenement maximaal 15 dagen mag duren. De stichting heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Hierop heeft de stichting beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Tijdens de zitting op 27 juni 2024 heeft de stichting haar standpunt toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat de afwijzing van de subsidie onevenredig was. Het College heeft de zaak beoordeeld aan de hand van het evenredigheidsbeginsel en de vereisten van de ATE. Het College heeft vastgesteld dat de minister gebonden was aan de wettelijke vereisten en dat de afwijzing van de subsidie terecht was, omdat het evenement langer dan 15 dagen duurde.
Het College heeft zowel een exceptieve als een rechtstreekse toetsing uitgevoerd. Bij de exceptieve toetsing werd vastgesteld dat het wettelijk voorschrift rechtmatig was. Bij de rechtstreekse toetsing concludeerde het College dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om van de regeling af te wijken. De financiële gevolgen voor betrokken zzp’ers maakten de afwijzing op zichzelf nog niet onevenredig. Uiteindelijk heeft het College het beroep ongegrond verklaard en de minister niet verplicht om proceskosten te vergoeden.