Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Rechter: mr. B. Bastein
Partijen
Beslissing
Overwegingen
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2024.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Op 8 oktober 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/1115. De ondernemer had problemen ondervonden bij het aanvragen van subsidie op basis van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor zijn andere onderneming, een vennootschap onder firma (VOF) met twee bedrijfsactiviteiten. De ondernemer diende een aanvraag in op het KvK-nummer van zijn onderneming, maar gebruikte de omzetgegevens van slechts één van de bedrijfsactiviteiten van de VOF. Dit voldeed niet aan de eisen van het TVL-systeem en leidde tot de weigering van de subsidie. De minister van Economische Zaken had de subsidie voor het eerste kwartaal van 2021 terecht vastgesteld op € 0,-. De ondernemer had niet aangetoond dat zijn aanvraag voldeed aan de vereisten, en het College oordeelde dat de problemen bij de VOF op een andere manier opgelost hadden kunnen worden, aangezien voor latere kwartalen wel aanvragen voor beide bedrijfsactiviteiten zijn ingediend. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Bastein, in aanwezigheid van griffier mr. C.D.V. Efstratiades, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.