Op 8 oktober 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaken 23/798 en 23/799. De zaak betreft een beroep van een onderneming die een aanvraag had ingediend voor subsidie vaste lasten op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 voor het vierde kwartaal van 2021 en het eerste kwartaal van 2022. De minister van Economische Zaken had deze aanvraag afgewezen, omdat de onderneming niet voldeed aan het vestigingsvereiste.
De ondernemer huurde een ruimte aan de Jacob van Heemskerkstraat 13 in Enschede van 28 september 2021 tot en met 30 april 2022. De huurovereenkomst gaf de ondernemer het recht om de ruimte te gebruiken van maandag tot en met vrijdag, van 9 tot 13 uur. Het College oordeelde dat deze ruimte niet geschikt was voor duurzame bedrijfsactiviteiten, gezien de inrichting als woonkamer en de beperkte gebruikstijden.
Het College bevestigde de beslissing van de minister, waarbij werd gesteld dat het vereiste van duurzame bedrijfsactiviteiten op het vestigingsadres niet geldt voor ambulante ondernemingen, maar dat de onderneming in kwestie geen ambulante onderneming was. De toevoeging van een nieuwe SBI-code na 19 augustus 2022 had geen invloed op de beoordeling, aangezien deze inschrijving na de relevante kwartalen was gedaan. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Bastein, in aanwezigheid van griffier mr. C.D.V. Efstratiades, en werd openbaar uitgesproken op 8 oktober 2024.