ECLI:NL:CBB:2024:511
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag warmtepomp op basis van omgevingsvergunningdatum
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 juli 2024 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag voor een warmtepomp door de minister van Klimaat en Groene Groei. De aanvraag werd afgewezen omdat de omgevingsvergunning voor het bouwwerk waarvoor de warmtepomp was bestemd, was aangevraagd na de deadline van 30 juni 2018. De aanvrager betoogde dat de datum van zijn verzoek om advies aan de welstandscommissie, 29 mei 2018, als aanvraagdatum voor de omgevingsvergunning moest worden beschouwd. Het College oordeelde echter dat een verzoek om advies niet gelijkgesteld kan worden aan een aanvraag om een omgevingsvergunning. De minister had de aanvraag terecht afgewezen op basis van de geldende regelgeving.
De aanvrager voerde verder aan dat de afwijzing in strijd was met het evenredigheidsbeginsel, omdat hij onevenredig benadeeld werd door de strikte toepassing van de regels. Het College stelde vast dat de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies geen hardheidsclausule bevatte en dat de minister geen ruimte had voor een belangenafweging. De afwijzing van de subsidieaanvraag werd als niet onredelijk bezwarend beoordeeld, ondanks de nadelige gevolgen voor de aanvrager. Het College concludeerde dat de minister de subsidieaanvraag terecht had afgewezen en verklaarde het beroep ongegrond.