ECLI:NL:CBB:2024:470
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- T. Pavićević
- M.M. Smorenburg
- O.L.H.W.I. Korte
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boete voor bedrijfsmatig handelen in strijd met de Wet dieren
In deze zaak heeft [naam 1] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die zijn beroep tegen een boete van € 3.000,- ongegrond verklaarde. De boete was opgelegd door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur wegens het bedrijfsmatig handelen in vogels zonder deugdelijke administratie, in strijd met artikel 3.10 van het Besluit houders van dieren. De rechtbank oordeelde dat [naam 1] vogels te koop had aangeboden op een vogeltentoonstelling en geen administratie bijhield van zijn vogels, wat hem verplicht was als bedrijfsmatig houder. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat [naam 1] niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet bedrijfsmatig handelde. Het College stelde vast dat de indicaties voor bedrijfsmatig handelen, zoals het verkopen van vogels aan derden en het adverteren, van toepassing waren. De minister was bevoegd om de boete op te leggen, en de hoogte van de boete was gerechtvaardigd gezien eerdere overtredingen. Het hoger beroep van [naam 1] werd afgewezen, en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.