2.1De klacht, zoals weergegeven in de uitspraak van de accountantskamer, welke weergave door partijen niet wordt bestreden, luidt als volgt. [naam 1] heeft volgens de curator gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. De curator maakt [naam 1] de volgende verwijten:
a. [naam 1] is bij de controle van de jaarrekeningen 2013 t/m 2015 van [naam 2] onvoldoende
professioneel-kritisch geweest op het punt van de (mogelijke) verplichtingen jegens
[naam 14] B.V. ( [naam 14] ), die stelde een vordering van € 1.900.000,- op [naam 2] te
hebben uit hoofde van wanprestatie;
b. [naam 1] heeft de door het management gehanteerde continuïteitsveronderstelling in
de jaarrekeningen 2013 tot en met 2015 onvoldoende professioneel-kritisch beoordeeld;
c. [naam 1] is onvoldoende professioneel-kritisch geweest ten aanzien van de in de
(geconsolideerde) jaarrekeningen 2013 tot en met 2015 van [naam 4] gehanteerde
consolidatiekring;
d. [naam 1] heeft de volwaardigheid van de vordering van [naam 2] op [naam 15]
B.V. ( [naam 15] ) onvoldoende gecontroleerd;
e. [naam 1] heeft niet gecontroleerd of de vorderingen van [naam 2] op participanten en
deelnemingen in de jaarrekeningen van [naam 2] en [naam 4] 2013 tot en met 2015 wel konden
worden geïnd;
f. [naam 1] heeft de betalingen aan [naam 8] uit hoofde van management fee en
het verhullen ervan onvoldoende gecontroleerd;
g. [naam 1] heeft de deelneming van [naam 4] in [naam 6] in de jaarrekening 2013 onvoldoende gecontroleerd;
h. [naam 1] heeft onvoldoende controlewerkzaamheden verricht ten aanzien van de
waardering in de jaarrekeningen 2013 t/m 2015 van de bij [naam 2] geactiveerde [naam 15] -machines;
i. [naam 1] is onvoldoende onafhankelijk geweest.