ECLI:NL:CBB:2024:356

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
25 april 2024
Publicatiedatum
17 mei 2024
Zaaknummer
23/392
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen vaststelling TVL-subsidie voor eenmanszaak in verband met omzetverlies door COVID-19

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 25 april 2024 uitspraak gedaan in het beroep van een ondernemer tegen de vaststelling van de TVL-subsidie door de minister van Economische Zaken en Klimaat. De ondernemer, die handelt onder een bepaalde naam, heeft zijn beroep ongegrond verklaard gekregen. De minister had de aangiften omzetbelasting van de eenmanszaak als uitgangspunt genomen voor het bepalen van het omzetverlies. De ondernemer had verschillende bedrijfsactiviteiten en twee omzetbelastingnummers, maar dit leidde niet tot een ander oordeel. Het College oordeelde dat binnen de systematiek van de TVL geen rekening kon worden gehouden met de verschillende activiteiten en dat de omzet van de ondernemer niet buiten beschouwing kon worden gelaten. De minister heeft de TVL-subsidie voor het vierde kwartaal van 2020 vastgesteld op € 8.443,22, wat door het College werd bevestigd.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/392
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 april 2024

Rechter: mr. B. Bastein

Griffier: mr. A.M. Slierendrecht

Partijen

[naam 1], handelend onder de naam [naam 2] , te [plaats] , (de ondernemer), waarvoor aanwezig is [naam 3]
en
de minister van Economische Zaken en Klimaat, vertegenwoordigd door mr. S. Piron en W. Dam

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

De ondernemer heeft volgens de inschrijving in het handelsregister één onderneming, een eenmanszaak. De omzet van de eenmanszaak in de subsidieperiode en de referentieperiode volgt uit de aangiften omzetbelasting. De minister heeft deze aangiften omzetbelasting terecht als uitgangspunt genomen bij het bepalen van het omzetverlies. Dat de ondernemer verschillende bedrijfsactiviteiten heeft ontplooid en twee verschillende omzetbelastingnummers aan zijn eenmanszaak heeft verbonden, leidt niet tot een ander oordeel. Binnen de systematiek van de TVL kan hiermee geen rekening worden gehouden. Er is daarom geen reden om de omzet van [naam 4] buiten beschouwing te laten. De minister heeft de TVL-subsidie voor het vierde kwartaal van 2020 terecht vastgesteld op
€ 8.443,22.
w.g. B. Bastein w.g. A.M. Slierendrecht