ECLI:NL:CBB:2024:322

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
1 maart 2024
Publicatiedatum
30 april 2024
Zaaknummer
22/1231
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Geheimhoudingsbeslissing
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geheimhoudingsbeslissing inzake vertrouwelijke informatie in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Vereniging Energie-Nederland (VEN) beroep ingesteld tegen een besluit van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) van 24 mei 2022. De ACM heeft een aantal gedingstukken als vertrouwelijk aangemerkt en heeft verzocht om beperking van de kennisneming van deze stukken door de andere partijen in de procedure. De rechter-commissaris heeft op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de beslissing genomen over de vertrouwelijkheid van deze stukken.

De ACM heeft een gewijzigde vertrouwelijke versie van de gedingstukken ingezonden, waarbij enkele stukken niet langer vertrouwelijk zijn. De rechter-commissaris heeft de belangen van de partijen tegen elkaar afgewogen. Enerzijds is er het belang dat alle partijen over dezelfde relevante informatie beschikken, anderzijds kan openbaarmaking van bepaalde gegevens onevenredig schadelijk zijn voor de betrokken partijen.

De rechter-commissaris heeft geoordeeld dat de gevraagde beperking van de kennisneming van de stukken gerechtvaardigd is, omdat deze stukken bedrijfsvertrouwelijke gegevens bevatten die de marktstrategie van de betrokkenen kunnen onthullen. De partijen, VEN en Netbeheer Nederland, zijn verzocht om binnen twee weken aan te geven of zij instemmen met de uitspraak op basis van de vertrouwelijke versie van de stukken.

Deze beslissing is genomen door mr. J.H. de Wildt, met mr. Y.R. Boonstra-van Herwijnen als griffier, op 1 maart 2024.

Uitspraak

beslissing

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/1231
beslissing van de rechter-commissaris op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in de zaak tussen

Vereniging Energie-Nederland, te Den Haag, (VEN)

(gemachtigde: mr. N.R. Geerts-Zandveld),
en

de Autoriteit Consument en Markt (ACM)

(gemachtigden: mr. drs. E. Doing-Bierens, mr. J.N. Bruggers en mr. dr. O.F. Essens)
met als derde partij
Netbeheer Nederland, te Den Haag
(gemachtigde: mr. J.E. Janssen)

Procesverloop

VEN heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de ACM van 24 mei 2022.
De ACM heeft de vertrouwelijke versie van een aantal gedingstukken ingezonden en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend het College kennis zal mogen nemen van deze stukken.
Het betreft delen van de in de inventarislijst van de ACM als volgt omschreven stukken:
- 15 zienswijze codewijziging congestiemanagement;
- 37 cryptshare mail: 3 bestanden van Stedin;
- 38 beantwoording informatieverzoek codewijziging congestiemanagement;
- 42 beantwoording informatieverzoek congestiemanagement;
- 43 cryptshare mail: beantwoording informatieverzoek congestiemanagement;
- 45 cryptshare mail: beantwoording informatieverzoek congestiemanagement;
- 51 reactie op aanvullende vragen n.a.v. overleg ACM-Stedin woensdag 23 februari;
- 53 beantwoording aanvullende vragen naar aanleiding van overleg ACM-Enexis 3 maart 2022.
De andere partijen hebben, nadat zij daartoe in de gelegenheid zijn gesteld, gereageerd op de mededeling van de ACM.
De ACM heeft de vertrouwelijkheid van de stukken opnieuw bekeken en een gewijzigde vertrouwelijke versie van de gedingstukken ingezonden. Gedingstuk 42 bevat niet langer vertrouwelijke gegevens. De mededeling betreft alleen nog delen van gedingstukken 15, 37, 38, 43, 45, 51 en 53.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist het College of de weigering dan wel beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is. Met toepassing van artikel 8:12 van de Awb heeft het College een rechter-commissaris opgedragen deze beslissing te nemen.
2. Bij deze beslissing moet de rechter-commissaris belangen tegen elkaar afwegen. Aan de ene kant speelt hierbij het belang dat partijen beschikken over dezelfde voor het beroep relevante informatie en het belang dat het College beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Aan de andere kant kan kennisneming van bepaalde gegevens door de ene partij het belang van een of meer andere partijen onevenredig schaden, terwijl de ACM er belang bij heeft ook in de toekomst de informatie, waaronder concurrentiegevoelige gegevens, aangeleverd te krijgen die zij voor een goede uitoefening van haar taken nodig heeft.
3. VEN betoogt dat een deel van de door de ACM als vertrouwelijk aangemerkte onderdelen openbare informatie betreft, bedragen betreft die gebaseerd zijn op in het bestreden besluit vastgestelde bedragen en gedateerde informatie betreft omdat het informatie van 2021 of begin 2022 betreft.
4. De rechter-commissaris oordeelt dat de gevraagde beperking van de kennisneming van de stukken 15, 37, 38, 43, 45, 51 en 53 gerechtvaardigd is.
Deze stukken bevatten bedrijfsvertrouwelijke gegevens of gegevens waaruit (een deel van) de marktstrategie van betrokkenen zou kunnen worden afgeleid, voor zover al niet zonder meer sprake is van concurrentiegevoelige gegevens. Daarbij is hier op zichzelf niet relevant of het informatie betreft die ziet op 2021 of 2022. Deze gegevens moeten vertrouwelijk blijven, omdat openbaarmaking van deze informatie tot een onevenredig nadeel voor de verstrekker van de gegevens zal kunnen leiden. Daarbij komt dat uit de stukken niet is gebleken dat VEN en Netbeheer Nederland zonder kennisname van de vertrouwelijke gegevens niet in staat zijn hun standpunt naar behoren te kunnen onderbouwen.
5. Het College kan alleen met toestemming van de andere partijen mede op de grondslag van die stukken uitspraak doen. Die toestemming is niet nodig voor een stuk dat een partij al kent.
VEN en Netbeheer Nederland worden verzocht om binnen twee weken na heden schriftelijk kenbaar te maken of zij ermee instemmen dat het College mede op grondslag van de vertrouwelijke versie van de stukken 15, 37, 38, 43, 45, 51 en 53, voor zover zij deze stukken niet kennen, uitspraak doet op het beroep.

Beslissing en vervolgstappen

De rechter-commissaris:
- beslist dat de gevraagde beperking van de kennisneming van de stukken 15, 37, 38, 43, 45, 51 en 53 gerechtvaardigd is;
- verzoekt VEN en Netbeheer Nederland om binnen twee weken na heden schriftelijk aan het College kenbaar te maken of zij ermee instemmen dat het College mede op grondslag van de vertrouwelijke versie van de stukken 15, 37, 38, 43, 45, 51 en 53 uitspraak doet op het beroep, voor zover zij deze stukken niet kennen.
Deze beslissing is genomen door mr. J.H. de Wildt, in aanwezigheid van mr. Y.R. Boonstra-van Herwijnen als griffier, op 1 maart 2024. .
w.g. J.H. de Wildt w.g. Y.R. Boonstra-van Herwijnen