In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 30 april 2024, betreft het een beroep van [naam] tegen de vaststelling van zijn subsidie voor een zonneboiler op nihil door de minister voor Klimaat en Energie. De minister had op 23 maart 2023 een vaststellingsbesluit genomen, waarin de subsidie op € 0,- werd vastgesteld omdat [naam] onjuiste gegevens had verstrekt bij zijn subsidieaanvraag. De aanvraag was ingediend op 10 juni 2022, terwijl de zonneboiler al op 1 juni 2022 was aangeschaft, wat in strijd is met het vereiste van stimulerend effect. Dit vereiste houdt in dat de subsidieaanvraag moet worden gedaan voordat de aankoop van de apparatuur plaatsvindt.
Tijdens de zitting op 19 maart 2024 heeft [naam] betoogd dat de vaststelling op nihil onterecht is, omdat het enkel om datums zou gaan en hij niet op de hoogte was van de subsidievoorwaarden. Het College heeft echter geoordeeld dat de minister terecht de subsidie op nihil heeft vastgesteld, omdat [naam] de aankoopverplichting al was aangegaan voordat hij de subsidieaanvraag indiende. Het College heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de vaststelling op nihil onredelijk bezwarend maken voor [naam].
De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de subsidievoorwaarden en de verantwoordelijkheden van de aanvrager om zich te informeren over de regels. Het College heeft het beroep ongegrond verklaard en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De beslissing is openbaar uitgesproken en de relevante wettelijke kaders zijn in de bijlage opgenomen.