ECLI:NL:CBB:2024:305
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidie aanvraag voor dakisolatie op basis van niet voldoen aan minimale isolatiewaarde
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 30 april 2024 uitspraak gedaan in het geschil tussen [naam] en de minister voor Klimaat en Energie, betreffende de afwijzing van een subsidieaanvraag voor dakisolatie. De aanvraag was ingediend op 11 december 2022 en betrof een subsidie op grond van de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). De minister had op 11 april 2023 een gedeeltelijke goedkeuring gegeven voor andere isolatiemaatregelen, maar de aanvraag voor dakisolatie werd afgewezen omdat het gebruikte isolatiemateriaal niet voldeed aan de vereiste minimale Rd-waarde van 3,5 m2K/W. Het materiaal dat [naam] had aangebracht, had een Rd-waarde van slechts 3,15 m2K/W.
Tijdens de zitting op 3 april 2024 heeft [naam] betoogd dat de totale isolatiewaarde, inclusief eerder aangebrachte isolatie, wel voldeed aan de eisen. Hij stelde dat de minister flexibeler had moeten zijn en dat investeringen in duurzame isolatie in aanmerking zouden moeten komen voor subsidie, zelfs als het nieuwe materiaal niet aan de minimale eisen voldeed. Het College oordeelde echter dat de minister de aanvraag terecht had afgewezen, omdat de Regeling geen ruimte biedt voor uitzonderingen op de gestelde eisen. Het College volgde het betoog van [naam] niet en concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de Regeling rechtvaardigden.
De uitspraak bevestigde dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden en verklaarde het beroep ongegrond. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. M.M. Smorenburg, met mr. A.A. Dijk als griffier.