ECLI:NL:CBB:2024:275
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet tegen eerdere uitspraken inzake herziening bestuursrechtelijke besluiten
Op 16 april 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van een onderneming die verzet had aangetekend tegen een eerdere uitspraak van het College. Dit verzet was gericht tegen de uitspraak van 7 februari 2023, waarin het verzoek van de onderneming om herziening van een eerdere uitspraak van 21 december 2021 werd afgewezen. De zitting voor de behandeling van het verzet vond plaats op 28 februari 2024, maar de betrokken partijen hebben niet deelgenomen aan deze zitting.
Het College heeft vastgesteld dat de onderneming geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om de gronden van het verzet in te dienen. Hierdoor kon het College niet anders dan het verzet niet-ontvankelijk verklaren. Dit betekent dat de eerdere uitspraken van 7 februari 2023 en 21 december 2021 in stand blijven. De minister is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, met D.A. Bohlmeijer als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 16 april 2024.